Het Notitieboek van A.H. d’Affnay, pastoor van ’s-Gravenvoeren van 1719 tot 1770

Een geannoteerde transcriptie door Joep Leerssen

Deel D [78r t/m 113v]


Ga naar: InleidingDeel A [t/m 14]Deel B [15-57]Deel C [58-77]Deel D [78-113]Deel E/F [114-125]Download als PDF


[78r]

Schulden, dewelke de menschen aen mij schuldig sijn.
1720
accidenten

Thywis Mentgens van Schoppem den jongen van dienst
en van dienen en van viertichste van sijn vrou Agnes Stevens
Piter Wichen voor een mis voor hunnen pater, en noch voor een singe mis
Renier Lorens van den trouw
Derick Ritservelt voor engelsmissen en begraven van zijn kinders
Gilis Royen voor jaergetijt en bidden van sijn vader
de moeder van Michiel Cremers voor jaergetijt en bidden van haren soon
Jan Evels voor sijn kint
Hendrick Haenen voor viertichste van sijn vrou Anna
Michiel Paesschens voor de begraffenis van sijn kint
Gilis den Cuyper
Kerst Thywissen voor sijn overleden kint
Jan Thelen voor twee missen
Lendert Maes voor sijn overleden kint
Thijs Heynen den jongen voor het bidden van Marie Heynen en Willem Rutten
Willem Wichen voor den dienst van sijnen soone, en voor het viertichste
de kinders van Evangelista Cremers Booneveel voor dienst en dienen
Cathrijn Mons van de ban en van trouwen
Jan Coelen voor het jaergetijt van sijn vrou
de kinders van Cleusen/Cleusen voor dienst van hun ouders
de weduwe Frang voor het kint van Lauritii
Piter Hanssen voor het jaergetijt van Piter Jacobs
de weduwe van Kerst Thywessen
Frans Schepers voor sijn kint
Jaspar Coelen per Ida Vandeberg
den doctor Launay voor sijn moeder


6--8-0
2--0-0
4--0-0
3-16-0
2-10-0
{solvit}
{solvit}
1--0-0
{solvit}
2-10-0
1-18-0
1–0-0
1-18-0
3–0-0
{solvit}
{solvit}
{solvit}
{solvit}
{solvit}
1-18-0
{solvit}
4-18-0
1-18-0
1-18-0
{solvit}
82--0-0

 

[78v]

geleent aen Hendrick Vlieck eens 35 gulden en eens 3 gulden waerop ontfangen 6 gulden, restat 32
geleent aen Willem Caenen
geleent aen Collas Werts
geleent aen Toussaing Vilvoy
—————
Schulden uyt den pastorael register
Jan Kevers voor sijn huys
Gilis Stevens
Leben Beyers en Jan Kevers
Gilis Royen
Piter Wichen
Thomas Snackers
Niclaes Vandeberg ende Willem Loreng
Lambert Walpot in twe posten
Piter Vandeberg in twe posten
Goswijnis Walpot
Mathijs Trintelen
Willem Bonjean
Jan Claessens
Mathij Lambrichs 9 gulden 13 st. 3 oort, waerop heeft Lennert Maes betaelt 3 gulden 10 st. restat 6 gulden 3 st.
Gilis Gilissen van Mesch
Michiel Stevens en Agnes Cremers
de weduwe Gevaert Schellinghs
den hof van Broeck
Piter Leenens
Hendrick Wijnants
Mathijs Coelen
de kinders van Rener Vanwyler
Houbert Thomissen
Derick Schruer
Jan Rogister
Piter Willerjans en sijn vrou
aen de kerck 5 st.
Mathijs Caelen
Thijs Heynen den jongen
—————

32--0-0
2-10-0
12--0-0
12--0-0
         58-10-0

{solvit}
1--3-2
0-12-1
0-12-1
0--6-0
0--5-0
0-12-1
1-12-0
6--2-1
5-12-1
5--0-0
{solvit}
0--5-0

6--3-3
2-10-0
0-12-1
{solvit}
3-15-0
0-12-1
{solvit}
0--8-0
1--5-0
0--5-0
5--5-0
2-10-0
1--5-0

1--5-0
2--0-0
         57--6-2

 

De summe hiervan soo van accidentia, als van leenen en van mudden beloopt voor mij 197-16-2 hetwelk ick noch goet vinde tot nu den 30 septembris 1720
[79r]

Wijnant Thomas voor trou van sijn nicht Marie Mees
de vrinden van Elisabeth [Horij ?] voor dienst en dienen
de vrinden van Simon Rutten voor dienst en halen met cruys
Jan Wels voor sijn huys
voor het dienen
begraven {halen} van Piter Cremers
Hendrick Lehaen †
de vrinden van Derick Schruer
de vrinden van Cathrijn Bonjean
van Lucia Steyns mortua
Dese naemen staen in het cleyn boeckkens.

1--0-0
{solvit}
{solvit}
{solvit}
0-10-0
0-18-0
{solvit}
0-18-0
0-18-0
4--0-0

 

[79v: blanco]
[80r]

Den post van monfrere Johannes Baptista Bogaerts, denwelken jaerlijckx aen mij pastoor voor competentie moet geven 400 guldens oft 100 patacons 1720.
Hij is mij schuldig bleven van de bedieninge van het jaer negenthien 25 guldens {dese 25 guldens sijn voldaen} en op het jaer 1720 heb ick ontfangen, gelijck volgt.

24 guldens voor het hermaken van den communie cop desen 17 december 1720
9 guldens 10 st. heeft hij voor mij betaelt aen Winckels van eenen crop hout
item van visch 25 st.
item van lijnwat
item van laken
item noch ontfangen van monfrere Bogaerts 4 guldens
ick heb van monfrere gehadt een half kintie harinck ad
item ontfangen van monfrere 12 guldens in meert hetwelk hij heeft betaelt aen latten en koperen voor in mijnen hof te setten aen de boomen
1721
den 6 may ontfangen van monfrere Bogaerts
den 19 mey van monfrere Bogaerts ontfangen
den 21 mey heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt 10 guldens, aen een croontie voor den communie cop
den 27 mey ontfangen van monfrere Bogaerts
den 23 juny 1721 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 26 juny ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge van het eerste jaer begonnen sijnde Ste. jansmis ses guldens

[80v]
14 july 1721 ontfangen van monfre. Johannes Bapt. Bogaerts 9 guldens 10 oort
den 23 july van monfrere Bogaerts ontfangen
den 1 augusti ontfangen van monfrere twee vaeten rogge ad 26 st. t’vat
den 12 augusti 1721 van monfrere Bogaerts ontfangen
den 5 september ontfangen van monfrere Bogaerts
den 18 january 1722 ontfangen een vat eerten ad 29 stuyvers
den 20 january heeft hij voor mij betaelt de briefkens van den aflaet van Ste. Barbe
den 3. feb 1722 ontfangen
den 7 feb. 1722 heeft monfrere voor mij betaelt een half kintie harinck
den 10 meert 1722 heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt voor buckkem en stockvis
den 27 mey 1722 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 30 mey ontfangen
den 6 juny ontfangen soo in calfsvleesch als in gelt van monf.
den 1 july 1722 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 10 july ontfangen van monfrere Bogaerts voor smaut voor de kerck
den 3 augusti ontfangen van monfrere Bogaerts
den 14 augusti ontf.
den 25 augusti ontf.
den 31 augusti ontf.
den 25 september ontf.
ontfangen in september

24--0-0
9-10--
1--5--
2--2-0
7--6-0
4--0-0
4-15-0
 
12-10-0
 
12--0-0
6--2-0
10--0-0
6--0-0
12--0-0
 
6--0-0
 

9--2--
2--0-0
2-12-0
7--0-0
3--0-0
1--9-0
4-10--
12--0-0
4-10-0
3--0-0
20--0-0
15--0-0
10-13-0
12--0-0
32-10-0
21--5-0
4--0-0
4--0-0
8--0-0
5--0-0
100
 

Den 25 september 1722 heb ick met monfrere Johannes Baptista Bogaerts coadjutor der societeit Jesu gerekent, en bevonden

[81r]
dat naer alle ontfange gelt en waeren ick voldaen ben voor mijn jaerlijcksche pastorale competentie oft pensie van 400 guldens voor mijn eerste jaer vervallen St. Jansmis 1721. Dit is voor het jaer 1720 hetwelk gevallen is in het jaer Ste. Jansmis in het jaer 1721. Soo resteert hij tot nut toe aen mij pastoor het jaer 1721 hetwelck gevallen is Ste. Jansmis 1722, en het jaer van 1722, hetwelk nu loopt, en hetwelck vallen sal Ste. Jansmis 1723, soodat den selven monfrere ofte de paters jesuyten aen mij sullen schuldig sijn den 24 december 1722, ses hondert guldens

Waerop volgt dese betaelinge –

den 14 october 1722 ontfangen van monfrere  4 guldens en noch 5 pattacons, dewelke hij hadde gegeven aen mijn vader voor Bregard
den 26 november 1722 van monfrere Bogaerts ontfangen op rekeninge
den 11 december ontfangen van monfrere Bogaerts
den 12 january 1723 ontfangen op rekeninge van monfrere Bogaerts

[81v]
den 11 feb 1723 heeft monfrere Bogaerts  voor mij betaelt aen Jan Claessens voor vleesch van een heel jaer
den 12 feb. 1723 heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt een half kintien hayrinck
item een heelen laberdaen1 10 pont en een half ad 14 oort pond
den 16 april 1723 ontfangen van monfrere Johannes Baptista Bogaerts 14 vat gerst ad 15 st. het vat facit
den 21 april 1723 ontfangen van monfrere Bogaerts in gelt de somme van thien guldens
den 27 april 1723 heb ick gekocht van monfrere Johannes Baptista Bogaerts twee verckens voor 15 guldens
den 3 mey 1723 ontfangen op rekeninge van monfrere Johannes Baptista Bogaerts dartich guldens
den 24 mey 1723 heb ich ontfangen op rekeninge van monfrere J.B. Bogaerts acht guldens
den 19 juny 1723 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge, welck gelt was om koolen te haelen
[82r]
den 12 augusti 1723 ontfangen van monfrere Bogaerts 12 guldens 8 st.
den 22 augusti heb ick aen monfrere laeten dienen 36 guldens 6 st. hetwelk mijn vader aen hem schuldig was van eynige capuynen dewelke hij tot Mesch hadde [gehaven?] van het jaer 1715 tot 1721
den 24 augusti 1723 op Ste. Bartholomeusdag ontfangen van monfrere hondert guldens dewelck ick hebbe overgelaeten aen mijnen vader voor Bregart
den 26 augusti 1723 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 14 september ontfangen van monfrere Bogaerts
den 4 october van monfrere ontfangen
item noch
den 9 november 1723 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge 19 guldens hetwelck hij hadde opgelegt om de 12 pattacons compleet te maecken, denwelcke ick hebbe gegeven voor eenen nieuwen sylveren kelck


24--0-0
11--10-0
8--0-0
6--0-0

 
50--0-0
4--2-2
2--0-0
10-10-0
10--0-0
15--0-0
30–0-0
8--0-0
15--5-0
 
12--8--
 
36-6-1
 
100--0-0
1--0-0
5--0-0
4--0-0
2-12-2
 
19--0-0

 

Den 17 november 1723 hebbe ick gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts societatis Jesu, en bevonden dat ick voldaen ben van mijn pastorale competentie oft pensie van 400 guldens voor het jaer 1721 vervallen sijnde den 24 juny 1722. Maer van dit jaer en in dese rekeninge bleef monfrere aen mij te cort 25 guldens 6 st. 2 oort. {Dese 25 guldens 6 st. en 2 oort sijn betaelt.} Nu sal volgen de betaelinge op het jaer
1722 hetwelk vervallen is den 24 juny 1723 en op het jaer 1723 hetwelck sal vallen Ste. Jansmis 1724. Dese twee saemen 1722 en 1723 sijn noch open – A.H. d’Affnay pastor Fori Comitis

[82v]

den 20 decembris 1723 hebbe ick van monfrere Johannes Baptista Bogaerts op rekeninge ontfangen op het jaer 1722 hetwelk gevallen is Ste. Jansmis 1723 negenendertig guldens 8 st. en twee oort
den 7 january 1724 ontfangen van monfrere Johannes Baptista Bogaerts  twee hondert guldens op rekeninge, dewelcke ick heb gegeven aen mijn vader om te betaelen aen de erfgenaemen van Nicolay
den 31 meert 1724 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge twee verckens, 16 vat gersten en 10 vat spelt te saemen makende
item noch ontfangen
den 11 april 1724 ontfangen van monfrere
den 22 april ontfangen van monfrere op rekeninge
den 20 juny ontfangen van monfrere
den 21 juny ontfangen van monfrere
den 4 july 1724 van monfrere Bogaerts ontfangen op rekeninge
den 12 july 1724 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge
den 5 septembris 1724 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge
den 10 octobris 1724 heb ick van monfrere Bogaerts  gehadt houdt voor 17 guldens 10 st.

[83r]
den 11 octobris 1724 ontfangen van monfrere Bogaerts  31 guldens 8 st

39--8-2
 
200--0-0
 
 
30--0-0
1--0-0
24--0-0
12--0-0
2--0-0
8--0-0
20--0-0
5--0-0
10--0-0
17-10-0

 
31--8-0
 

Den 11 octobris 1724 heb ick gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts, en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijcksche pastorale competentie oft pensie van 400 guldens voor het jaer 1722 vervallen sijnde Ste. Jansmis 1723.
Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer 1723 hetwelck gevallen is Ste. Jansmis 1724, soodat monfrere Bogaerts tot nu toe aen mij pastoor te cort is het jaer 1723 gevallen Ste. Jansmis 1724, ende het jaer 1724 hetwelck nu loopt en vallen sal Ste. Jansmis 1725.
Quod attestor
A.H. d’Affnay pastor Fori Comitis

Den 10 novembris hebbe ick ontfangen van monfrere Bogaerts soo in gerst als gelt 19 guldens 10 st.
Den 24 novembris 1724 ontfangen van monfrere Bogaerts, oft aen hem laeten dienen in naem van Piter Wichen
den 29 decembris ontfangen van monfrere Bogaerts
den 29 january 1725 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge
den 14 april 1725 op rekeninge ontfangen van monfrere Bogaerts 15 vat gerst ad 26 st. en 15 vat spelt ad 22 st. te saemen

[83v]
den 20 aprilis 1725 ontfangen op rekeninge van monf. Bogaerts acht guldens
den 14 juny 1725 ontfangen op rekeninge van monfrere Bogaerts
den 27 juny ontfangen op rekeninge van monfrere Bogaerts
den 20 juny heeft monfrere Bogaerts voor mij aen Jan Claessens betaelt hondert guldens, waervan mijn vader hadde gehadt twintigh pattacons, en de rest was van vleesch
den 30 july 1725 ontfangen van monfrere Bogaerts  41 guldens, item een vat rogge aen ses schellingen en een vat gerst aen 26 st. makende te saemen
den 19 septembris ontfangen van monfrere elf schellingen voor elf thiende gerven van terve en voor vier bouyteylles wijn
den 1 octobris ontfangen van monfrere Bogaerts
den 10 octobris heb ick voor Jaspar Beckers laeten valideeren
item noch ontfangen
van monfrere Bogaerts geleynt thien guldens 3 st.

19--10--
 
40--0-0
5--2-0
17--0-0
36--5-0

 
8--0-0
13--0-0
20--0-0
 
100--0-0
 
45--6--
 
8-10-0
29--0-0
31--0-0
27--3--
 

[84r]
den 11 octobris hebbe ick gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts societatis Jesu directuer van hunnen hof en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijcksche pastorale competentie van hondert pattacons oft 400 guldens voor het jaer 1723 vervallen Ste. Jansmis 1724.
Quod attestor
A.H. d’Affnay pastor Fori Comitis
nu sullen volgen de betaelingen op het jaer 1724 hetwelck vervallen is Ste. Jansmis 1725.

den 15 octobris 1725 hebbe ick aen monfrere laeten valideeren voor Cobus Wichen
den 17 octobris 1725 ontfangen van monfrere Bogaerts 15 guldens om te gaen nae Maestricht
den 21 novembris 1725 ontfangen van monfrere 12 vat gerst ad 24 st. het vat en de rest in gelt
den 26 novembris 1725 ontfangen van monfrere
den 10 decembris 1725 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge 95 guldens 5 st. van dewelcke ick hebbe uyt gegeven 94 guldens aen Christijn Letouse gewesene maght van den overleden pastoor

[84v]
Anno domini 1726 den 23 january ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge van het jaer 1724 de somme van 30 guldens
den 26 january 1726 ontfangen van monfrere Bogaerts hondert guldens dewelck ick hadde gelent aen jonffrou Duysters voor mijn vader om te geven aen Bragard
den 5 feb. ontfangen van monfrere Bogaerts om te gaen nae het collegie
den 25 meert 1726 ontfangen van monfrere Bogaerts seven vat gerst aen 26 st. het vat
den 26 april 1726 ontfangen van monfrere
den 24 july 1726 ontfangen van monfrere
den 30 july 1726 ontfangen van monfrere Bogaerts om koolen te haelen 30 guldens
item noch ontfangen acht guldens
[85r]
Nu volgen de betaelingen op het jaer 1725 vervallen sijnde Ste. Jansmis 1726.
Anno domini 1726 den 24 july ontfangen van monfrere Johannes Bogaerts
den 31 augusti ontfangen van monfrere hetwelck hij hadde betaelt aen Jan voor vleesch
den 30 septembris 1726 ontfangen van monfrere op rekeninge om te betaelenvoor mijn broeder te Maestricht
den 12 octobris 1726 ontfangen van monfrere een persse van servissen voor twee pattacons en noch vijf pattacons om nae Maestricht te gaen; item noch eenen patacon, maekende te saemen acht pattacons
den 12 novembris 1726 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge
anno domini 1726 den 28 novembris heeft monfrere voor mij uytgegeven aen de laeten van Ste. Lamberts laethof voor dobbel relijf in naem van Theodor Fischer en Eleonor Fischer
den 17 decembris 1726 ontfangen van monfrere om te betaelen aen Jan Hoiens voor gelivert vleesch
den 10 feb. 1727 ontfangen van monfrere om te gaen nae Maestricht nae het collegie
[85v]
den 10 meert ontfangen van monfrere Bogaerts voor mijn vader te geven om te redimeeren duyssent guldens aen dese gemeynte

40--0-0
15--0-0
20--0-0
17--3-0
 
95--5-0

 
 
30--0--
 
100-0-0
15--0-0
9--0-0
20--0-0
35--0-0
30--0-0
8--0-0
 
 
62-15-0
7--4-0
19--0-0
 
32--0-0
12--0-0
16--0-0
 
65--0-0
17--5-0
 
 
200--0--
 

anno domini 1727 den 11 meert heb ick met monfrere gerekent en bevonden dat ick voldaen ben voor mijn jaerlijcksche compensatie van vierhondert guldens voor het jaer 1725 gevallen Ste. Jansmis 1726.
Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer 1726 hetwelck sal vallen den 24 juny op Ste. Jansdagh 1727.

Den 11 meert 1727 ontfangen van monfrere Bogaerts, hetwelk betaelt was met die vijftig pattacons, dewelcke ick hadde gegeven aen mijn vader den 10 maert ut supra
den   meert 1727 heeft monfrere gelevert aen mij vier vat gersten ad 22 st. vat
en noch 10 guldenvoor mij betaelt aen Matthijs Cobben voor pater petri
den 10 juny 1727 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 13 juny 1727 heeft monfrere voor mij voor calfvleesch voor de bronck betaelt
 

[86r]
den 28 junius 1727 ontfangen van monfrere Bogaerts ses pattacons om koolen te haelen en om te gaen nae Maestricht
den 5 july ontfangen van monfrere Bogaerts vijf guldens
den 3 septembris heeft monfrere voor mij betaelt aen Matthij Cobben 10 guldens item van drij boutelle
den 6 septembris ontfangen van monfrere
den 16 septembris heeft monfrere voor mij aen Jan Heiens betaelt
den 23 septembris ontfangen van monfrere Bogaerts
item noch ontfangen in vleesch en andersints desen 7 octobris 1727
den 6 novembris 1727 ontfangen van monfrere soo in spelt als in gelt
den 14 novembris 1727 ontfangen
den 13 octobris 1727 ontfangen van monfrere 11 guldens om Maestricht, en de rest in gelt
den 2 january 1728 ontfangen
den 6 feb. 1728 ontfangen van monfrere om te gaen nae het collegie van Maestricht
den 12 feb 1728 ontfangen van monfrere
den 23 meert 1728 ontfangen in gerst
den 30 april 1728 ontfangen van monfrere
den 25 may 1728 ontfangen van monfrere om mijn koolen te haelen
noch ontfangen van monfrere
[86v]
monfrere heeft voor mij aen Jan Claessens betaelt 29-12-2

 
31--4--
4--8--
 
10--0--
4--7--
summa        49-19--

 
 
24--0-0
5--0-0
12--5-0
15--0-0
53--0-0
12--0-0
7-13-0
14--0-0
10--0-0
36--0-0
12--0-0
24--0-0
4--0-0
24--0-0
5--0-0
20--0-0
10--2-0
 
30

den 20 augustus 1728 gerekent met monfrere Bogaerts en bevonden dat ick voldaen ben voor het jaer 1726
vervallen Ste. Jansmis 1727.
Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer 1727 hetwelck vervallen is Ste. Jansmis 1728

anno domini 1728 den 20 augusti ontfangen van monfrere
dit hadt hij voor mij betaelt Jan Heiens voor stoffe en andersints.
den 21 augusti 1728 ontfangen van monfrere Bogaerts acht guldens om te senden nae onsen bisschop pro jure cathedratici
{sed non debeo}
den 22 septembris 1728 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 23 septembris ont heeft hij voor mij betaelt aen heer Jan
den 4 octobris ontfangen van monfrere om nae Luyck te gaen
den 16 octobris ontfangen vijf guldens voor den pastor van Norbeck
den 17 decembris 1728 ontfangen van monfrere Bogaerts om nae Maestricht te gaen
den 17 feb. 1729 heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt 67 guldens en 16 st. aen den lootgieter tot Maestricht; item noch 36 guldens voor Piter Wichen aen jonf. Bemelmans, saemen makende

[87r]
den 18 meert 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 4 april 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts om te gaen nae Maestricht nae het collegie
den 28 april 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge voor tjaer 1727 vervallen Ste. Jansmis 1728 om te gaen nae Luyck
den 7 mey 1729 ontfangen
den 16 mey 1729 ontfangen
den 11 juny 1729 ontfangen
den 12 july ontfangen om koolen te haelen
den 13 augusti ontfangen van monfrere Bogaerts
den 31 augusti 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge
den 5 septembris ontfangen van monfrere Bogaerts
den 8 septembris 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts

34--0--
8--0-0
 
 
20--0-0
 
14-10--
4--0--
5--0-0
20--0-0
 
103-16--

 
10--0-0
12--0-0
 
15--0-0
4--0-0
4--0-0
12--0-0
20--0-0
5--0-0
23--0-0
20--0-0
20--9-0

den 8 septembris 1729 gerekent met monfrere Bogaerts en bevonden dat ick voldaen ben van mijn
jaerlijcksche competentie van vier hondert guldens voor het jaer 1727 vervallen Ste. Jansmis 1728; nu sullen volgen de betaelingen op het jaer 1728 hetwelck vervallen is Ste. Jansmis 1729.

Den 20 septembris 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge
den 3 novembris 1729 ontfangen van monfrere voor een nieuwen rock

[87v]
Den 19 novembris 1729 heeft monfrere Bogaerts voor mij aen Hendrick Heynen brouwer gelevert gerst voor
van monfrere Bogaerts om te betaelen eenich offervleesch
den 10 decembris 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 30 decembris 1729 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge thien guldens
den 11 february 1730 ontfangen van monfrere Bogaerts soo voor betaelinge van Piter Wichen erfgenaem aen matant Bemelmans thien pattacons en noch vijf guldens voor mij
den 23 april 1730 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 5 mey 1730 ontfangen van monfrere Bogaerts twintig guldens voor een cleedt voor Anne Marie
den 12 mey 1730 ontfangen van monfrere om te gaen nae Maestricht 8 guldens item noch 8 guldens maekende
den 16 mey 1730 ontfangen van monfrere Bogaerts thien pattacons om te geven aen mijn suster Anne Marie voor te coopen een koy
den 3 juny ontfangen van monfrere acht guldens voor den doctor van mijn broder
den 15 juny 1730 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 26 juny ontfangen van monfrere Bogaerts voor koolen te haelen
den 4 july 1730 ontfangen
den 15 july 1730 ontfangen van monfrere 32 guldens 2 st. 2 oort hetwelk hij voor Sr. Fischer hadde betaelt
[88r]
Den 24 july 1730 ontfangen van monfrere Bogaerts eens negen guldens voor hier Barthon, eens thien guldens voor doctor Smets, eens vier guldens voor Wijnant Heynen en drij schellingen maekende te saemen

14--0-0
19--0-0

 
26-10--
25--0--
5--0--
10--0-0
 
45--0-0
12--0--
20--0-0
16--0-0
 
40--0--
8--0--
12--0-0
26--0--
22--0-0
32--2-2
 
 
24-10-0

den 24 july 1730 gereekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts in de presentie van Johannes Baptista van Baren procurator, en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijcksche competentie van vier hondert guldens oft hondert pattacons vervallen Ste. Jansmis 1729.  Soo is noch open het jaer vervallen Ste. Jansmis 1730 en dit jaer loopt de novo. Hier sullen volgen de betaelingen op het jaer 1729 vervallen Ste. Jansmis 1730.

den 6 septembris 1730 ontfangen van monfrere Bogaerts een tonne bier en 20 guldens
den 23 septembris 1730 heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt aen Gyrard voor vleesch
den 6 octobris ontfangen van monfrere 30 guldens item een ton bier, item voor vijf bouteylles wijn
den 21 octobris 1730 ontfangen van monfrere eynige gerst voor
den 15 novembris 1730 heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt vier boecken aen den advocaet Ernst dewelcke ick hadde gekocht van den overleden deken van Ste. Martensvouren
den 11 decembris 1730 ontfangen van monfrere  12 guldens voor hier Dethier
den 7 january 1731 ontfangen van monfrere Bogaerts 20 vat tarwe ad 52 st. het vat,  item 10 pattacons voor Cornelia Wichen, item 16 guldens om te gaen nae Maestricht, item noch 15 st.

[88v]
den 2 meert 1731 ontfangen van monfrere Bogaerts twe bouteyle wijn ad 15 st. de boutelle item eynige stockvis en hayrinck
den 17 meert 1731 ontfangen van monfrere Bogaerts 25 vat gerst om te brouwen ad 23 st. het vat
den 19 april 1731 heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt van vleesch aen de kinders van Jan Claessens
item heeft hij voor mij betaelt voor leyen acht guldens, item noch drij gulden en 15 st. aen mij gegeven, te saemen
den 22 april 1731 ontfangen van monfrere Bogaerts voor een nieuw cleedt te koopen thien pattacons
item noch ontfangen
item in junio
den 24 juny 1731 ontfangen van monfrere voor koolen
item noch

24--0-0
8-10-0
37-10--
13--8--
 
17-10--
12--0-0
 
113-15--

 
 
2--5-3
28-15--
43-17-2
 
55-12-0
40--0-0
14-18--
2-15--
20--0--
8--0--

anno domini 1731 den ... juny heb ick gerekent met monfrere Bogaerts  en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaergelijckse pastorael compententie van vierhondert guldens vervallen Ste. Jansmis 1730; nu is noch open het jaer hetwelck vervallen is Ste. Jansmis 1731 soodat altijt een achterstedig jaer blijft boni oft in reserve voor mij bij geval ick werde sieck oft cranck, soodat monfrere Bogaerts nu noch aen mij schuldig is hondert pattacons, en het jaer 1731 hetwelk vervallen sal 1732 loopt nu.
[89r]
nu sullen volgen de betaelingen op het jaer 1730 hetwelck sal vervallen Ste. Jansmis 1731.

ontfangen in julio 1731 van monfrere Bogaerts op rekeningen van het jaer 1730 gevallen sijnde Ste. Jansmis 1731
den 1 septembris ontfangen van monfrere
den 7 septembris 1731 ontfangen
den 19 septembris 1731 ontfangen
den 3 octobris 1731 ontfangen van monfrere om te betaelen Winckels van gekochde [male...?]
den 24 octobris 1731 ontfangen van monfrere Bogaerts vijftig guldens om the betaelen heer Dethier en om aen denselven daeruyt te leenen 26 guldens
in november heeft monfrere voor mij betaelt aen heer Dethier
ontfangen gerst 10 vat
monfrere heeft aen Hendrick Heynen voor mij gegeven 35 vat gerst ad 18 st.
den 18 decembris ontfangen
den 31 jan.1732 ontfangen
den 25 jan. ontfangen van monfrere Bogaerts om nae Maestricht te gaen
den 25 jan. hebbe ick laeten dienen 40 guldens aen matant [Caelens?] voor Piter Wichen
den 3 april 1732 ontfangen van monfrere Bogaerts soo in gerst als andersints
den 8 april 1732 ontfangen
den 17 mey 1732 ontfangen van monfrere vier baggen eenen pattacon en noch een bouteylle wijn
den 23 juny 1732 ontfangen van monfrere Bogaerts

[89v]
den 27 juny 1732 ontfangen van monfrere Bogaerts thien guldens om nae Maestricht te gaen
den 29 juny 1732 ontfangen van denselven om koolen te haelen
den 14 july 1732 ontfangen
ontfangen van monfrere onderhalf vat eerten
den 11 augusti ontfangen
den 6 septembris 1732 ontfangen soo in bricken als gelt
den 26 septembris 1732 ontfangen van monfrere Bogaerts

 
27--0-0
11--0-0
12--0-0
17-10-0
21--0-0
 
50--0-0
50--0-0
 
31--0--
8--0-0
12-13--
24--5--
40--0--
16--0-0
9--0-0
18-15-0
5-15--

 
10--0-0
20--0--
5--0--
1-11-1
8--0-0
16--0--
20--0--

den 23 decembris 1732 heb ick gerekent met monfrere Bogaerts, en alsdan hebben wij bevonden dat ick voldaen ben voor mijn jaerlijckse competentie van 400 guldens voor het jaer 1730 vervallen den 24 juny 1731. Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer 1731 vervallen sijnde den 24 juny 1732, soodat van nu afaen ick heb een jaer boni en het tweede loopt.

monfrere hadde mij in het ander jaer overbetaelt acht guldens
ick heb aen monfrere betaelt 6760 bricken voor mijn broder Matthijs
ontfangen van monfrere
den 7 feb. ontfangen van monfrere om nae Maestricht te gaen
den 23 feb. 1733 ontfangen
den 23 feb. 1733 ontfangen oft goet gedaen voor Cornelia Wichen
den 18 meert 1733 ontfangen van monfrere Bogaerts voor te geven aen [Mory?] voor de remonstrantie
den 25 april 1733 hebt [sic] monfrere voor mij betaelt voor vleesch aen Hendrick Claessens 28 guldens 10 st. en noch ontfangen 8 guldens te saemen

[90r]
den 18 mey 1733 ontfangen van monfrere Bogaerts voor de silversmit voor de remonstrantie hetwelcke ick heb verschoten vor het fabrijck oft gemeynte
den 1 july 1733 ontfangen van monfrere Bogaerts 20 guldens voor koolen te haelen. Item 12 guldens voor doctor Smets, noch 14 st.
den 11 augusti 1733 ontfangen van monfrere Bogaerts
in september 1733 ontfangen om te gaen nae Luyck
den 14 octobris 1733 ontfangen
den 2 novembris ontfangen

8--0--
43-3-1
1-10--
20--0--
3-10--
40-----
50--0--
 
36-10--

 
 
35-10--
 
35-14--
10--0-0
24--0-0
3-10--
79--0-0

den 2 novembris 1733 gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijcksche pastoraele competentie van 400 guldens vervallen de 24 juny Ste. Jansmis 1732 soodat nu sullen volgen de betaelingen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1733, soodat van nu afaen ick heb een jaer boni en het tweede loopt.
Betaelinge op het jaer vervallen sijnde den 24 juny 1733.

23--0--den 2 novembris 1733 ontfangen
in januario 1734 ontfangen van monfrere Bogaerts om te gaen nae Maestricht
in februario ontfangen van monfrere Bogaerts
in februario 1734 heb ick laeten dienen aen monfrere voor Cornelia en Cobus Wichen
den 7 mey 1734 ontfangen
den 26 mey ontfangen
den 18 juny 1734 ontfangen
den 1 july 1734 ontfangen van monfrere Bogaerts  
den 4 july 1734 ontfangen van monfrere Bogaerts om koolen te haelen

[90v]
den 9 octobris 1734 ontfangen van monfrere Bogaerts
ontfangen om te geven aen Hen. Claessens voor vleesch
Tot nu toe in alles
den 25 octobris 1724 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge

10--0-0
22--0-0
7-10--
40--0-0
7--8--
10-14--
8--0--0
80--0-0
20--0-0

 
11--0--
20----
303-----
23--0--

den 14 jan. 1735 afgerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts en bevonden dat ich voldaen ben van mijn jaerlijckse pastoraele competentie van vierhondert guldens vervallen 24 juny op Ste. Jansdagh 1733
A.H. d’Affnay
pastor
Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer vervallen Ste. Jansmis oft 24 juny 1734 soodat het tweede jaer nu loopt soodat monfrere Bogaerts van nu af aen aen mij is schuldig seshondert guldens.

tot nu toe den 11 meert 1735 heb ick van monfrere Bogaerts gehadt op rekeninge
en enige st.
den 4 mey 1735 op rekeninge ontfangen
den 1 juny 1735 ontfangen

187-----
 
6--0--
8--7-2

tot nu toe den 3 septembris 1735 hebbe ich van monfrere J.B. Bogaerts op rekeninge ontfangen 294 guldens op het jaer vervallen Ste. Jansmis 1734, het jaer vervallen Ste. Jan 1735 staet noch open, ende dit jaer loopt nu en sal vervallen Ste. Jansmis 1736.
[91r]

den 19 septembris 1735 ontfangen van monfrere Bogaerts op rekeninge van het jaer vervallen Ste. Jan 1734
in september 1735 ontfangen van monfrere Bogaerts
in october noch ontfangen
den 12 novembris 1735 ontfangen van monfrere B.

10--0--
4--0--
4-----
6-15--

Den 16 meert 1736 gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts en hij heeft mij voldaen mijn jaerlijckse competentie vervallen den 24 may 1734.
Nu volgen de betaelingen op het jaer vervallen Ste. Jansmis 1735, en dit jaer loopt en sal vallen Ste. Jan 1736.

Op het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1735 ontfangen op rekeninge 40 guldens, dewelke monfrere voor mij heeft betaelt aen Hendrick Claessens voor gelivert vleesch
den 23 meert 1736 ontfangen voor te coopen een nieuw cleedt
item noch
item noch
item noch voor mijn moeder
item noch
item noch
item noch om koolen
item noch vijf guldens
item voor het mael voor den dienst van vader en moeder
item noch

 
40--0-0
44-15--
16---  
4---  
20--0--
6-10--
8    
23--0-0
5--0-0
35--0-0
15--0-0

[91v]
anno 1737 ..... gerekent met monfrere Bogaerts en heeft mij voldaen voor mijn jaerlijckse competentie van hondert pattacons vervallen Ste. Jansmis 1735, soodat nu loopt het tweede jaer dat hij mij schuldig is en dat {tweede} sal vallen Ste. Jansmis 1737.
Nu volgen de betaelingen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1736.

In meert heeft monfrere Bogaerts voor mij betaelt aen Thomas Cremers
in meert van monfrere Bogaerts ontfangen
in april ontfangen van monfrere Bogaerts
in mey ontfangen van hem om te gaen nae Mastricht
in mey ontfangen voor Tossang Vilvoye voor een horlogie voor mijn vader
in mey heeft monfrere voor mij betaelt aen Hendrick Claessens voor vleesch
item een vat rogge
den 17 juny 1737 ontfangen van monfrere Bogaerts
in julio een vat rogge
den 7 july ontfangen van monfrere voor mijn koolen
den 7 septembris 1737 ontfangen
den 12 septembris 1737 ontfangen
den 25 septembris 1737
tot nu toe den 29 octobris 1737 heeft monfrere betaelt op t jaer vervallen Ste. Jansmis 1736

9--7-2
4--0--
10--0--
12--0  
24---  
35---  
1--1--
17---  
1--1--
40---  
8--3--
12---  
7---  
296 oft 7 guldens

[92r]
op heden den 3 april 1738 gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijcksche competentie van 400 guldens vervallen Ste. Jansmis 1736.
Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer vervallen sijnde den 24 juny 1737.

monfrere hadde mij overbetaelt 13 guldens 9 st. 1 oort, dit dient op rekeninge
item noch ontfangen
den 7 mey 1738 ontfangen
item ontfangen
den 20 juny 1738
ontfangen
15 septembris 1738 ontfangen
item in september
in october den 22 1738 ontfangen op rekeninge
in november 1738
den 26 novembris 1738 ontfangen
ontfangen
ontfangen 1 feb

13--9-1
2--1-0
13--3--
8--0--
4--9--
16---  
87---  
4---  
11--0--
4---  
33--1  
7---  
20-15

Op heden den 15 april 1739 gerekent met monfrere J.B. Bogaerts en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse competentie van 400 guldens vervallen Ste. Jansmis den 24 juny 1737 en hij hadde mij overbetaelt 44 guldens.
Nu volgen de betaelingen op het jaer vervallen sijnde den 24 mey 1738.

monfrere hadde overbetaelt
op den 15 april 1739 ontfangen
den 20 april ontfangen voor het proces

[92v]
anno domini 1739 den 30 april ontfangen van monfrere Bogaerts voor den advocaet
anno domini 1739 den 15 mey ontfangen
ontfangen
ontfangen
ontfangen
den 16 juny 1739 ontfangen
den 29 juny 1739 ontfangen
den 5 july ontfangen om koolen te haelen
den 31 july ontfangen soo in graen als in gelt
den 8 augusti 1739
den 20 augusti ontfangen
item ontfangen
item
item
item
item
den 27 octobris 1739

44--0--
3-10--
23--0  

 
24-10  
13--2--
9-12  
3-13  
8--0  
6--2  
7--0--
28--0  
11-10  
12-15--
7---  
50---  
16    
17    
15    
11---  
24---

Op heden den 29 aprilis 1740 heb ick gerekent met monfrere Bogaerts en bevonden dat hij mij dit jaer betaelt heeft 626 guldens, waermede ick voldaen ben voor mijn competentie van 400 guldens voor het jaar vervallen sijnde Ste. Jansmis 1738 en hij heeft mij overbetaelt 226 guldens, dewelcke sullen dienen op rekening van het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1739.

dico

226--0--

[93r]

in mey ontfangen van monfrere
Item den 11 mey 1740 ontfangen voor een koye te coopen voor mijn juffer Sophie elf pattacons
den 4 juny 1740 ontfangen
den 9 juny 1740 heeft monfrere voor mij betaelt aen Sr. Spirlet voor wijn voor de kerck
den 15 juny 1740 ontfangen van monfrere voor betaelen van boter
den 28 juny 1740 ontfangen voor koolen te haelen
noch ontfangen

4--0--
44--0--
24--5  
52--5--
19--6--
20---  
8--0--

Op heden den 5 july 1740 gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse pastorael competentie van 400 guldens vervallen sijnde den 24 juny 1739.
Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer vervallen sijnde den 24 juny 1740.

Den 15 july 1740 ontfangen van monfrere Bogaerts
item noch eens
den 4 septembris 1740 ontf..
noch eens
den 20 septembris ontfangen
den 20 decembris ontfangen
item
item voor gerst om te brouwen en om rogge

[93v]
in april heeft monfrere voor mij betaelt aen Hendrick Claessens voor gelivert vleesch en andere waeren
item van rogge en wijn

10--0--
19--0  
13---  
12---  
20---  
5--0--
15---  
36---  

 
190--0--
6--0--

den 12 april gerekent met monfrere J.B. Bogaerts en bevonden dat ik voldaen ben van mijn jaerlijckse pastorael competentie vervallen Ste. Jansmis 24 juny 1740, en hij hadde mij overbetaelt 28 guldens 2 st.
Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer vervallen{de} sijnde 24 juny 1741.

den 12 april 1741 van overbetaelde penningen van het jaer 1740 28 guldens
in april betaelt 80 guldens voor interesse van het stockhuys volgens belofte
in mey ontfangen
in october ontfangen van monfrere soo voor boter, voor laecken als andersints
tot nu toe ontfangen in alles
item noch eens
den 18 novembris 1741

[94r]
den 23 mey 1742 gerekent met monfrere Bogaerts en bevonden dat ick voldaen en betaelt ben van mijn jaerlijckse competentie van 400 guldens vervallen Ste. Jansmis den 24 juny 1741 ende hij heeft mij overbetaelt 315-16-- dewelcke sullen dienen op rekeninge voor het jaer hetwelk sal vervallen Ste. Jansmis 1742.
item ontfangen
item eens
den 3 july 1742 ontfangen
den 7 septembris ontfangen voor een cleedt
den 4 octobris 1742 ontfangen soo voor graen bier als andersints
den 16 octobris ontfangen voor boter
den 17 novembris 1742 ontfangen van monfrere
monfrere heeft betaelt aen Hendrick Claessens voor vleesch
item van rogge en wijn

28--2  
80--0  
17--3  
63--0--
326--0--
6--  
27-14--

 
 
 
315-16  
20--0  
11---  
8--0--
40--0--
25--0--
23--0--
20--8-0
102-10--
9-15--

gerekent met monfrere Bogaerts en bevonden dat ick overtaelt ben 70 guldens 8 st., dewelke sullen dienen op an. jun 1743.

overtaelt
monfrere heeft aen Hendrick Claessens voor vleesch betaelt
item van rog en wijn
den 18 meert 1743 heeft monfrere voor mij gegeven aen Thijs Cerfonteyn mijnen swager thien pattacons

70--0--
102-10--
9-15--
40--0-0

[94v]
tot dato desen 1743 den 9 july hebbe ick van monfrere Bogaerts ontfangen 328 guldens op het jaer vervallen St. Jansmis 1743.

gehadt een vat roggen
den 22 july 1743 ontfangen van monfrere Bogaerts
den 16 augusti ontfangen van rogge twee guldens 17 st.

1--9  
8---  
2-17

Den 20 novembris 1743 gerekent met monfrere Bogaerts en hij heeft mij geheel voldaen van de jaerlijckse pastoraele competentie van vierhondert guldens vervallen sijnde den 24 junius Ste. Jan 1743. Nu sullen volgen de betaelingen op het jaer hetwelck vervallen sal Ste. Jan 1744 duyssent sevenhondert vierenviertig.

den 21 novembris 1743 ontfangen van monfrere Bogaerts
gehadt een vat rogge
gehadt een half pont thé en een vat rogge
noch eens
noch eens
noch eens
noch eens
den 24 jan. 1744 te Maestricht geweest en voor mij betaelt

18--0-0
1--6--
3--1--
75---  
3    
5    
3    
15-15

den 10 juny 1745 gerekent met monfrere Bogaerts en bevonden dat ick betaelt ben van mijn jaerlijckse competentie van vierhondert guldens voor het jaer vervallen Ste. Jansmis 1744 en hij hadde mij overtaelt 57 guldens 19 st.
[95r]
nu sullen volgen de betaelingen op het jaer hetwelck vervallen is 1745 Ste. Jan.

monfrere hadde mij overbetaelt van t’jaer 1744 57 guldens 19 st.
denselven dito 10 juny 1745 ontfangen van monfrere om een nieuw cleedt te coopen en maken
den 9 july ontfangen van monfrere Bogaerts soo van graen voor boter als andersints
item noch ses guldens
den 15 septembris ontfangen van monfrere Bogaerts soo in graen als andersints
den 24 octobris 1745 ontfangen soo in graen als andersints
item van een ton bier
26 octobris van monfrere voor stroye 62 busselen
den 20 novembris 1745 ontfangen van monfrere Bogaerts 33 guldens soo voor graenen als om te gaen nae Maestricht: drij en dartig guldens
den 24 novembris 1745 heeft monfrere voor mij aen Hendrick Claessens betaelt voor vleesch en geliverdt vet en wijn en andersints
den 17 decembris 1745 ontfangen van monfrere soo in graen als wijn op Ste. Luciedag
den 4 jan. 1746 ontfangen
den 4 feb. ontfangen van monfrere om nae Maestricht te gaen en om graen
item van monfrere gehadt 27 vat gerst en drij vat rog
—————
den 4 juny 1746 gehadt
den 13 juny ontfangen om koolen te haelen
den 29 juny ontfangen

[95v]
den 19 decembris 1747 gerekent van Hendrick Claessens en monfrere heeft voor mij aen hem betaelt voor onderhalf jaer vleesch hondert ses en tachentig gulden

57-19--
40-17--
77-10--
6--0-0
15-12--
5--0--
4--0--
7--2-2
 
33--0--
 
140--0--
10--5--
9---  
6--4--
26-19
 
429--8  
31-17-2
13--0-2

 
 
186---  

Den 10 juny 1747 hebbe ick gerekent met monfrere Johannes Baptista Bogaerts jesuyt en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse pastorael competentie van 400 guldens voor de jaeren 1745 en 1746 vervallen sijnde Ste. Jan 1746 en nu sullen volgen de betaelinge op het jaer hetwelck sijnde vervallen Ste. Jan den 24 juny 1747.

monfrere hadde overbetaelt aen mij en dient op rekeninge
ontfangen van monfrere Bogaerts voor mijn koolen te haelen
27 juny ontfangen van monfrere soo voor broodt kooren als andersints
12 july 1747 ontfangen van monfrere vier vat rogge
ontfangen van monfrere twee tonne biers
item voor te coopen een gruen cleedt
item van 7 vat rogge
tot den 13 novembris 1747
den 28 novembris 1747 ontfangen om te betaelen gerst
den 6 decembris 1747 heeft monfrere voor mij aen Hendrick Claessens voor gelevert vleesch betaelt
item van monfrere gehadt drij mandels ruben
den 2 jan 1748 ontfangen van monfrere soo in waer als gelt
in januario 1748 gehadt twee vat rogge
van monfrere gehadt om in januario te gaen nae het collegie
item van rogge en wijn etc... den 6 july 1748 gehadt in gelt
monfrere heeft betaelt een karre koolen

11-17-1
24-10  
7--0  
8--0  
10---  
20---  
14---  
 
20--0  
181---  
1-13--
12--1--
4---  
21-10  
6---  
 

[96r]
den 9 novembris heb ick gerekent met monfrere Bogaerts en bevonden dat ick voldaen en betaelt ben van mijn jaerlijckse pastoraele competentie van vierhondert guldens voor het jaer vervallen sijnde Ste. Jan den 24 juny 1747

en hij hadde overtaelt 45 guldens dewelcke sullen dienen op rekeninge op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 24 juny een duyssent sevenhondert acht en viertig
den 13 novembris 1748 heeft monfrere voor mij aen Hendrick Claessens betaelt voor gelivert vleesch en vet
den 14 novembris gehadt een vat rogge ad 32 st.
item twee vat terwe at 32 schellingen {st.} t’vat
den 25 novembris een vat rogge
den 9 decembris 1748 ontfangen van monfrere drij ducaten voor den lantdeken
den 9 decembris een vat roggen
item een tonne bier
item twee vat [...?] voerleden jaer van de minnebroders van Vise item dit jaer twee vat ad 22 st
item een vat rogge
in januario 1749 voor een nieuwjaer aen monfrere Bogaerts
in feb. 1749 gewest met monfrere nae het collegie van Maestricht en aldaer heeft hij voor mij betaelt
monfrere heeft voor mij gehaelt een karre koolen en betaelt

 
45--1-1
222--0
1-12  
3--4  
1-12--
25-10  
1-12  
4---  
2--8  
1-12  
8--0--
20--0--
5-10--

den 31 mey 1749 heb ick gerekent met monfrere Bogaerts en hij heeft mij voldaen voor het jaer 1748
vervallen Ste. Jan 1748.  Nu sullen vallen de betaelingen op het jaer vervallen Ste. Jan 1749.
[96v]

anno 1749 den 31 mey ontfangen van monfrere Bogaerts 25 guldens voor koolen te haelen op rekeninge van het jaer vervallende Sint Jansmis den 24 juny 1749
den 6 juny 1749 heeft monfrere Bogaerts voor mij aen Sr. Heynen voor het brouwen betaelt 12 guldens
den 6 augustus 1749 heeft monfrere Raels betaelt soo in cooren als gelt
Item noch eens ontfangen
item noch in october voor boter als terwe en koren
in december ontfangen
in jan 1750 ontfangen van monfrere Raels soo van graen als andersints
1750 den 18 feb. heeft monfrere voor mij betaelt aen Sr. Heynen
in februario soo voor nae Mastricht te gaen als van graenen
monfrere heeft aen mij betaelt aen Hendrick Claessens voor gelevert vleesch
item soo in cooren en andere waeren

 
25--0--
12---  
20-15  
18---  
37-10  
17--7--
25--0--
18-16--
40---  
265---  
50--9

1750
den 20 mey heb ick met monfrere Raels gerekent en bevonden dat ick voldaen ben voor het jaer vervallen Ste. Jan 1749 en noch overtaelt 158-- 9 st. hetwelck dient op rekeninge op het jaer hetwelck nu haest vervallen sal Ste. Jan 1750.

op rekeninge van overtaelinge
{in julio voor koolen te haelen
den 19 septembris 1750 ontfangen van monfrere Raels soo in graen als voor koolen, bier, wijn en andersints
1750 in november vam monfrere Raels ontfangen soo voor boter als voor een cleedt en brouck
1751 den 9 jan. van monfrere soo van kooren, gerst en vleesch
1751 den 12 meert ontfangen 20 guldens voor nae Maestricht, item 4 guldens 10 st. voor the, item voor terwe, gerst, laberdaen, stockvis en buckem in alles
 
 

158--9  
25-10}
88--0--
50---  
53-10  
 
50--9
—————        
400--8

[97r]

1751 den 12 meert gerekent met monfrere Raels en bevonden dat ick voldaen ben van mijn competentie van 400 guldens vervallen Ste. Jansmis 1750.

Den 4 juny 1751 heeft monfrere Raels aen Hendrick Claessens voor mij betaelt voor vleesch van den 28 maert 1750 tot den 4 juny 1751 hondertvierenvijftig guldens
item noch ontfangen
item noch voor koolen te haelen
soodat ick tot nu toe den 24 juny 1751 van monfrere Raels ontfangen hebbe op rekeninge
den 18 septembris 1751 ontfangen van monfrere Raels voor boter te coopen
item een tonne bier
item voor wijn
item voor coren om broodt...
den 8 october 1751 heeft monfrere Raels voor mij aen Sr. Heynen betaelt voor brouwen en bier 30 guldens 18 st.
den 24 october heeft monfrere aen mij gegeven voor te betaelen den doctor Michrou om medicijnen en visiten van mijn sieckte
in november 1751 een ton bier

 
154--0  
20---  
39---  
245---
32--0--
4--0--
2--0  
 
 
30-18  
 
30---  
4--0--

den 10 december 1751 gerekent met monfrere Raels en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse pastorael competentie van 400 guldens vervallen sijnde Ste. Jan Baptist den 24 juny 1751 en hij hadde mij overbetaelt 9 guldens 11 st. dewelcke dienen op het jaer hetwelck sal vervallen 1752.
[97v]
Betaelinge op het lopende jaer hetwelck sal vervallen Ste. Janmis 1752.

Den 10 december 1751 gerekent met monfrere en hij hadde overtaelt 9 guldens 11 st. dewelke dienen op rekeninge
den 10 meert 1752 heeft monfrere Raels aen Hendrick Claessens voor vleesch voor mij betaelt
86 guldens
den 14 april 1752 ontfangenvan monfrere Raels soo in waeren als in gelt op diverse reysen
item van een pont thé
den 19 juny 1752 ontfangen van monfrere Raels voor koolen te haelen
den 14 july 1752 ontfangen van monfrere op diverse reysen soo in coren als terwe en andersint
item tot Maestricht gegaen
den 24 november 1752 ontfangen soo in rogge, baer gelt, bier als andersints
in november heeft monfrere aen Jo Heynen betaelt voor drij bieren te brouwen tot in november en 25 november 1752 en van bier
den 24 meert heeft monfrere aengetekent voor mij hetwelk ick diverse keren heb gehadt in waer en geld
den 24 meert 1753 gerekent met monfrere en bevonden dat ick voldaen ben voor mijn jaerlijckse competentie van vierhondert guldens vervallen Ste. Jan 1752
en monfrere hadde overtaelt 81 guldens 17 st. 2 oort dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelck sal vervallen St. Jan 1753
op denselven dito ontfangen van monfrere 32 vat gerst ad 15 st. maecende

[98r]
Tot den 15 septembris 1753 heb ick van monfrere Raels in alles ontfangen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1753 de somme van
soodat tot nu toe alles is afgerekent wat ick van monfrere heb gehadt soo in waer als in gelt
Den 20 septembris 1753 ontfangen voor boter 32 gulden
monfrere heeft aen Sr. Cornelis Heynen betaelt voor brouwen 25-

 
9-11--
 
86---
89--8  
4-14--
36---  
47--6-2
12---  
108-18
 
25–
88--3
 
400---
   
dico  81-17-2
28-10  

 
 
231---  
 
32--0--
25---

item noch van monfrere soo in graen, roge, gerst, vlas, the, bier, huit en andersints inbegrepen de 25 guldens van Heynen ontfangen tot den 18 decembris 1753 de somme van 58-10 st.
Soodat ick tot dato dezes op het jaer vervallen Ste. Jan 1753 ontfangen hebbe in alles 321-11 st. soodat monfrere op dit jaer 1753 vervallen Ste. Andries aen mij resteert 79 guldens min 11 st. waerop ontfangen 35 guldens.
1754 den 14 meert met monfrere Raels afgerekent en bevonden dat ick hebbe gehadt op het jaer 1753 vervallen Ste. Jan 357 guldens.

Item in alles ontfangen
Den 21 meye 1754 gerekent met monfrere Raels en bevonden dat hij mijn competentie van 400 guldens betaelt heeft van het jaer vervallen sijnde 24 juny 1753 en heeft overtaelt 44 guldens 15 st. 2 oort. Dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelk sal vervallen 1754 Ste. Jan

den 5 juny 1754 ontfangen voor koolen te haelen
den 20 juny 1754 ontfangen voor laken te coopen
den 22 july 1754 ontfangenin alles tot nu toe
den 6 september 1754 van monfrere soo in gelt als koren en waer ontfangen
den 19 september 1754 ontfangen voor mijn provisie van boter
[98v]
Tot den 19 septembris 1754 in alles van monfrere gehadt op het jaer vervallen Ste. Janmis 1754 de somme van

87-14
 
 
dico--  44-14-2

20---
24--
94-12--
42-12--
30---
 
193-18-2

monfrere moet aen Hendrick Claessens voor vleesch van twee jaeren en van huttjaer [?] tot den 7 novembris 1754 betaelen de somme van 286-18 st. volgens staet en quittantie van Hendrick Claessens.
Anno 1754 den 9 novembris gerekent met monfrere  Raels en bevonden dat hij mij voldaen en betaelt heeft mijn jaerlijckse pastorael competentie van 400 guldens voor het jaer vervallen sijnde Ste. Jan den 24 juny 1754.

Des hadde hij overtaelt 54-18-- dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelk vervallen sal den 24 juny 1755. Hierop sijn niet begrepen de 30 guldens voor boter van den 19 septembris 1754.
Den 1 meert 1755 van monfrere soo in waeren als gelt op diverse reysen ontfangen
den 15 meye 1755 ontfangen en waren, coren, gerst en gelt 85 guldens 17 st.
1755 den 8 juny ontfangen 10 pattacons om coolen te haelen
den 21 juny ontfangen
12 july ontfangen 12 guldens
21 septembris ontfangen voor boter 33 guldens
item drij tonnen bier ad
23 octobris gerekent met monfrere Raels en bevonden dat hij aen mij betaelt heeft 400 guldens vervallen Ste. Jan 1755 en overtaelt 36-12-- dewelcke dienen op het jaer hetwelck sal vervallen Ste. Janmis 1756
in december 1755 heeft monfrere aen Hendrick Claessens betaelt van vleesch 117 guldens 14 st.
den 5 february 1756 noch in alles ontfangen soo in graen the als andersints
den 9 mey 1756 ontfangen soo in graen, the, visch, Maestricht
nu in alles ontfangen

[99r]
1765 20 juny ontfangen voor coolen te haelen 30 guldens
1756 den 21 augustus ontfangen
1756 den 27 augusti in graene, the, gelt en andersints in alles ontfangen
22 septembris ontfangen
item een tonne bier
item noch ontfangen 16 guldens

 
dico  54-18  
145-15-2
85-17--
40---  
10---  
12---  
33---  
10---
 
36-12--
117-14  
38-18--
90-14-2
283-18-2

 
30---
8--
76--0--
12--0--
4--0--
16--0--

Anno Domini 1756 den 26 octobris gerekent met monfrere Raels en nae alle afrekeninge en gelijverde soo gelt als waeren bevonden dat hij mij heeft betaelt mijn jaerlijckse pastoral competentie van hondert pattacons vervallen sijnde verleden Ste. Jan den 24 juny 1756

en hij heeft overtaelt 14 guldens 18 st. dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelk sal vervallen Ste. Jan 1757.
den 7 novembris 1756 ontfangen
item noch vijf guldens 14 st.
monfrere heeft voor mij betaelt aen Vielvoye
aen Hendrick Claessens ses guldens 6 st. voor vleesch
den 30 decembris ontfangen van monfrere Raels soo in gelt, koren, the, vleesch, vet en sout in alles
anno 1757 den 29 january van monfrere ontfangen soo vleesch vlas, the, coren als andersints
13 meert ontfangen
den 23 april ontfangen van monfrere Raels soo in rog, gerst, the als andersints
1757 den 31 mey ontfangen van monfrere Raels om koolen te haelen
1757 den 27 july ontfangen soo in gelt als graenen en the
1757 den 12 augusti ontfangen in gelt
20 septembris ontfangen in gelt en een half pont the
voor boter

dico  14-18--
30---  
5-14--
12---  
6--6--
34-19--
28--7--
25---  
78-10  
36--0  
43-13--
16--0  
 
41--4

[99v]
Anno 1757 den 23 november gerekent met monfrere Raels en naer alle afrekeninge bevonden dat ick voldaen
en betaelt ben van mijn jaerlijckse compententie van vierhondert guldens vervallen sijnde Ste. Jansmis 1757

en ben overtaelt 19 guldens 11 st. dienende op het jaer hetwelck sal vervallen Ste. Jan 1758.
op denselven dito ontfangen
ontfangen voor 2 schelvis
ontfangen in gelt
den 25 feb. 1758 ontfangen van monfrere Raels soo in rogge waeren en gelt
den 23 mey 1758 ontfangen van monfrere Raels twee en dartig guldens voor koolen
den 31 mey ontfangen
17 july twee pont thé
in september ontfangen van monfrere voor boter
den 1 augustus ontfangen van monfrere soo in gelt, the, graen
den 18 octobris 1758 ontfangen van monfrere soo in gelt, waeren the als graen
oock was de the twee pint die ick heb ontfangen den 20 octobris
anno 1759 den 8 meert ontfangen van monfrere Raels soo in kooren, terve, the als andersints
item 30 vat rog {en een half} ad 25
een half vat terve
aberdaen
schelvis
pont aberdaen
30 vat gerst ad 18 st.
voor vleesch aen weduwe Hendrick Claessens
twe pont the
in mey 1759 voor koolen
 
dit beloopt in alles

dico    19-11  
6---  
1-12--
1-16
42--3-2
32---  
9---  
4-18  
40---
171--6--
56-14  
 
42-13  
16--5  
1---  
0-13  
0-15  
1-10  
27---  
57-13  
4--8  
40---  
 
153--4

[100r]

Anno 1759 den 26 mey gerekent met monfrere Raels en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse competentie van 400 guldens voor het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1758.

Des heeft hij overtaelt 92 guldens 8 st. dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelk sal vervallen Ste. Jan Baptista 1759
6 septembris 1759 ontfangen van monfrere 36 guldens voor boter
den 17 jan. 1760 gerekent met monfrere Raels en bevonden dat hij tot nu toe aen mij gelijvert en betaelt heeft soo in graenen, waeren en gelt
den 14 october 1760 in alles van monfrere tot nu toe ontfangen
 

 
dico  92--8
36--0
 
252-15
184--9
     529--2--

den 14 october heb ick met monfrere  Raels gerekent en bevonden dat ick betaelt ben van mijn jaerlijckse competentie van 400 guldens voor het jaer 1759 vervallen Ste. Jan Baptista

en ben overtaelt 129 guldens 12 st. dewelcke sullen dienen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1760.
op denselven dito heeft monfrere voor mij betaelt aen de weduwe Hendrick Claessens  voor vleesch
anno 1761 den 10 meert heeft pater Limpens procurator betaelt soo in graen, boter, the als andersints en voor vleesch aen H. Claessens saliger
den 16 july 1761 van monfrere ontfangen soo waeren als gelt

 
129-12  
122---
 
96--0--
134--4-2

[100v]

1761 den 16 july gerekent met monfrere Raels en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse pastorael competentie van vier hondert guldens vervallen sijnde Ste. Jansmis 1760

en ben overtaelt 71-16-2 welcke 71 guldens sullen dienen op rekeninge voor het jaer hetwelck vervallen is Ste. Jan den 24 juny 1761
1761 den 21 october heeft pater Limpens procurator aen mij gegeven en goetgedaen soo voor boter, graenen, vleesch, the en andersints, 129 guldens 5-2
31 meert ontfangen soo van koren, gerst, the, laberdaen van monfrere

 
dico 71-16-2
 
dico 129--5-2
35-19-2

Op dese dag heeft pater procurator Limpens mij geremitteert oft gegeven hondert guldens voor eenen assistent.
den 8 july 1762 gerekent met pater Limpens procurator en bevonden dat ick voldaen ben voor het jaer vervallen sijnde 1761 te Jansmis

en overtaelt 40 guldens 18 st. dewelcke sullen dienen op het jaer vervallen sijnde 1762
item alsdan noch ontfangen
den 10 november 1762 naer alle afrekeninge van koren, gerst, boter en {the} andersints tot dato dezes ontfangen

dico 40-18  
20---
 
203-16  

dit is afgerekent.
Pater Limpens procurator heeft mij betaelt voor assistentie in mijn fonctie voor de jaeren 1762 en 1763, ider jaer 100 guldens.

[101r]
1763 den 30 juny gerekent met monfrere Bonshouwers jesuyt en bevonden dat ick voldaen en betaelt ben van mijne jaerlijckse pastorael competentie van 400 guldens vervallen den 24 juny op Ste. Jansmis 1762

en overtaelt 61 guldens 6 st. dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelck vervallen is Ste. Jansdag 1763

dico 61-16--

den 16 mey 1764 gerekent met den eerw. pater Limpens procurator societatis Jesu, ende bekenne voldaen te sijn van mijn jaerlijckse pastorael compententie van 400 guldens vervallen Ste. Jan den 24 juny 1763 en hebbe overbetaelt 32 guldens 14 st. dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelck vervalt Ste. Jan den 24 juny 1764.
A.H. d’Affnay, pastor
1764 in julio ontfangen van pater Limpens procurator hondert guldens voor eenen assistent voor mij voor het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1764.

Den 16 october 1764 heeft monfrere alles aengetekent soo van hem als van den pachter en beloopt op rekeninge

 
69-12--

anno 1765 den 18 april heb ick gerekent met den eerw. pater Limpens procurator en bekenne in alles voldaen en betaelt te sijn van mijn jaerlijckse competentie van 400 guldens vervallen sijnde Ste. Jansmis 1764 en is overtaelt 11 guldens 9 st. dewelkesullen dienen op het jaer hetwelk vervallen sijn Ste. Jan 1765
A.H. d’Affnay
pastor

[101v]
Den 18 july 1765 heeft den eerw. pater Limpens procurator van het collegium Maestricht aen mij gegeven hondert guldens voor te betaelen mijnen assistent den eerw. heer Thywissen, dewelcke ick aen hem hebbe betaelt den 19 july 1765 voor het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1765.
1765 den 14 november heeft de eerw. pater Limpens procurator aen mij in alles soo van hem als van de pachter afgerekent en goet gedaen 250
op rekeninge tot dato dezes.
1766 den 12 july gerekent met pater Limpens procurator en bevonden dat ick betaelt en voldaen ben van mijn jaerlijckse pastoral competentie van 400 guldens vervallen sijnde Ste. Jansmis 1765

en overtaelt 128-16 dewelcke sullen dienen op het jaer hetwelk >sal vervallen is Ste. Jan 1766

dico 128-16

Op denselven dito heeft pater procurator betaelt aen heer Thywissen hondert guldens omdat hij mij assisteert in mijn fonctie voor het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1766.
Anno 1767 den 20 meert gerekent met pater Limpens procurator en bevonden dat ick betaelt ben van mijnjaerlijckse pastoraele competentie van 400 guldens vervallen Ste. Jansmis 1766.

[102r]

Anno Domini 1767 den 13 november ontfangen op rekeninge van den eerw. pater Limpens procurator op mijn competentie 258 guldens 9 st. vervallen sijnde Ste. Jansmis 1767

 
258--9--

Anno 1768 den 21 july gerekent met pater Limpens procurator en bevonden dat ick voldaen ben voor mijn jaerlijckse competentie van 400 guldens vervallen sijnde Ste. Jansmis 1767 en was overtaelt 123 guldens 13 st. 2 oort, dewelcke sullen dienen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1768.

Op heden den 10 meert 1769 gerekent met monfrere Boschhouwer en hebbe tot nu toe op diverse keeren van hem en oock van den procurator selve ontfangen in graen en andersints 219 guldens 6 st., welcke sullen dienen op rekeninge op het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1768
Den 19 july 1769 gerekent met pater Limpens procurator en ben voldaen en betaelt van mijn competentie van vier hondert guldens voor het jaer vervallen sijnde Ste. Janmis 1768 en ben overtaelt 160 guldens 7 st dewelcke sullen dienen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1769.

 
 
219--6
 
 
dico 160--7

Anno 1770 den 24 augusti gerekent met pater Limpens procurator en beken voldaen te sijn van mijn competentie van 400 guldens vervallen sijnde Ste. Jan 1769 en ben overtaelt 185 guldens 11 st. 3 oort, dewelcke sullen dienen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1770.
[102v]

Anno 1771 den 24 july gerekent met pater procurator en bekenne voldaen te sijn van mijn jaerlijckse pension van vierhondert guldens voor het jaer vervallen Ste. Jan 1770 en ben overtaelt 53 guldens dewelcke sullen dienen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1771
den 23 july 1772 gerekent met pater Limpens procurator en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse pension van 400 guldens vervallen sijnde Ste. Jansmis 1771.
Nu staet noch open het jaer vervallen sijnde Ste. Jansmis 1772 waerop op dato dezes den 23 july 1772
ontfangen alles in gelt 60-- guldens
Anno 1773 den 22 july heb ick gerekent met pater Limpens procurator en bevonden dat ick voldaen ben van mijn jaerlijckse competentie {pension} van hondert pattacons vervallen sijnde Ste. Jansmis 1772 en ben overbetaelt 56 guldens 12-2 dewelcke sullen dienen op het jaer vervallen sijnde Ste. Jan 1773, soodat ick tot nu toe goet vindt over de drij hondert guldens en 44

[103r]

Den 14 septembris 1773 van den pachter Smets ontfangen 10 pattacons voor boter

40---

 

[103v t/m 111v: blanco]
[112r]
Ontfangen van vleesch van Hendrick Claessens ad 14 oort het pont beginnende van den 9 novembris 1754.
1754 den 9 novembris gehadt van Hendrick rint vleesch 11 pont
den 16 novembris 12 pont

[112v t/m 113v: blanco]

 

1 Laberdaen, ook gespeld aberdaen: gepekelde schelvis. Merk op dat de consumptie van vis (ook bokking, buckem) een aangelegenheid is voor de vastentijd.


Ga naar: InleidingDeel A [t/m 14]Deel B [15-57]Deel C [58-77]Deel D [78-113]Deel E/F [114-125]Download als PDF