Ga naar Vorig item (Betrokkenen) — Inhoudsopgave – Volgend item (Een protestantse dienst? 14-11-1880)
Parochie-archief Mheer, geciteerd naar Opreij 2018, 149
Waarden Vader
Met droevheid hep ik de benoeming der omligende geestelijken gelezen. Daar ik hep gezien dat wij arme gehugtelingen die de meerderheid der zielen der gemeente zijn in de vergetenheid zijn gebleven. Wij die met het grootste gedult ales heben afgewacht. Ja zelfs tot de kerk Mheer geheel gevaardigt. Ja zelfs den toren opgebouwt waare om dan UED, die wij nog waarden vader noemen, het door u gezegde te voldoen. Daar men tog konde zien hoe de harten onzer gehugtelingen voor Pous en Kerk bezorgt waaren door hunen grooten ijver, kumer en zorg en hune milde giften. Ja, het laatste peninken dat zij mischien in hune huishouwding noodig haden niet gespaart. O eenne zoo schoone kerk in ons midden geblaats te zien. Ik weet ook wel maar hep het niet wilen in zien dat eenen baron of graaf wel eenen priester kan bekomen. Het schijnt dat wij het niet waardig zijn en dat onze arme ouderlingen die niet meer kunen door wint en sneeuw den weg doen hunen godsdiens maar zoo laten verloren gaan. Zoo ik nu deze kerk als ligateur geerft heb en ook op mij genomen een kapitaal van twaalff honder gulden ten voordeele dezer kerk. Zoo heb ik het genoegen mij binen acht dagen te beantwoorden, niet om UED te betwingen. In afwachting uwer benoeming. Zoo niet eenen protistanden bedienaar van Roermond.
W. Bastings Fabrikant Banhoult Mheer
Noot: Geen antwoord bewaard; Paredis noemt Bastings in een brief aan deken Scholtis van Gulpen een “quasalaar” en stelt: “Waarlijk het is niet te begrijpen. Aan die mannen toegeven, kan ik niet. Wel wil ik later wat doen, op aanvraag van den pastoor of van de brave inwoners. Maar op hunne aanvraag niets.” (geciteerd Opreij 2008, 128; pers. mededeling H. v.d. Bruggen, 5 juni 2021)
Ga naar Vorig item (Betrokkenen) — Inhoudsopgave – Volgend item (Een protestantse dienst? 14-11-1880)