ADVIES INZAKE DE ERKENNING VAN HET LIMBURGS ALS STREEKTAAL

Bijlage: situatieschets

< vorige || inhoudsoverzicht || volgende >

VOORAF

Deze situatieschets wil niet pretenderen, een uitputtend taalwetenschappelijk profiel te geven van het Limburgs; bronverwijzingen worden dan ook slechts incidenteel gegeven. Alleen die aspecten komen hier aan de orde, die relevant zijn in het kader van een mogelijke erkenningsaanvraag voor het Limburgs als streektaalonder de termen van het Europees Handvest voor Streektalen of Talen van Minderheden.

LIMBURG ALS DIGLOTTISCH GEBIED

Het Limburgs wordt in de spreeksituatie niet als variant van het Nederlands ervaren (als "Nederlands met een zachte g"), maar als alternatief, op-zichzelf-staand communicatiesysteem. Sprekers maken in elke gesprekssituatie een fundamentele keuze, of men het AN bezigt dan wel het Limburgs. Zo zullen Limburgstaligen omschakelen op het AN als zich een Limburgs-onkundige gespreksdeelnemer bij het gezelschap voegt; een winkelbediende zal al naar gelang de voorkeur van de klant het Limburgs of het AN bezigen. Er is dus sprake van een diglossie-situatie,1 waarbij het Limburgs in de praktijk een gelijkwaardige positie inneemt als mogelijke omgangstaal naast het AN. De keus tussen streektaal of landstaal is in de praktijk niet een gradueel verschil tussen verschillende registers binnen hetzelfde systeem (bijv. Haags of Amsterdams tegenover AN, "plat praten" tegenover "netjes praten"), maar is eerder vergelijkbaar met de diglossie van Friesland (Fries-Nederlands) of van de Belgische Oostkantons (Duits-Frans). In geval van twijfel (bijv. bij het aanspreken van onbekenden) geven de meeste Limburgstaligen de voorkeur aan het Limburgs hoven het AN


1 "Het voorkomen van dialect en Algemeen Nederlands (ABN) naast elkaar op dezelfde plaats is een vorm van tweetaligheid. Immers, het dialect en de standaardtaal zijn als twee verschillende, zij het dan ook eng verwante taal [sic] te beschouwen". Jan Goossens, Het gebruik van dialect en Algemeen Nederlands en de evolutie ervan (Hasselt, 1987), 1.


< vorige || inhoudsoverzicht || volgende >

Online geplaatst op de website leerssen.nl op 14 augustus 2019. Het advies dateert van 1996 en weerspiegelt de talige en culturele situatie van dat jaar. Er is geen poging gedaan om de tekst of de bronverwijzingen op de stand van latere jaren te brengen.