ADVIES INZAKE DE ERKENNING VAN HET LIMBURGS ALS STREEKTAAL

< vorige || inhoudsoverzicht || volgende >


6. CONCLUSIE

Gezien de voorafgaande overwegingen, is de werkgroep van mening

  • dat erkenning van het Limburgs als streektaal naar letter en geest valt onder de bepalingen van het Handvest;
  • dat een dergelijke erkenning bijdraagt aan de harmonieuze culturele verhouding en variatie tussen regio en landelijk niveau;
  • dat een dergelijke erkenning zou stroken met de bestaande praktijk in deze provincie, en deze praktijk voor sluipende nivellering zou kunnen behoeden;
  • dat (onder voorbehoud van de eerder gememoreerde bedenkingen) een dergelijke erkenning geen ongewenste politieke neveneffecten zou hebben mits zij vergezeld zou gaan van een duidelijk voorlichtingsbeleid teneinde misverstanden over de reikwijdte hiervan te voorkomen of weg te nemen;
  • dat de erkenning van het Nedersaksisch een belangrijk en terzake relevant precedent vormt;
  • dat de erkenning van het Nedersaksisch heeft plaatsgevonden op grond van overwegingen die alle ook op het Limburgse geval van toepassing zijn;
  • dat derhalve, in deze situatie, niet-erkenning van het Limburgs een bevreemdende (en voor Limburgers mogelijk aanstootgevende) anomalie zou vormen;
  • dat erkenning dus legitiem onderwerp van beleid kan zijn en wenselijk is.

De werkgroep adviseert dan ook, erkenning van het Limburgs als streektaal onder de termen van het Handvest na te streven langs de daarvoor geëigende bestuurlijke weg.

De werkgroep is voorts van mening dat erkenning onder de termen van Deel II van het Handvest in dit stadium de voorkeur verdient; dit op grond van de overwegingen

  • dat daarmee de analogie aan het Nedersaksische precedentgeval gehandhaafd wordt;
  • dat, zeker bij het ontwikkelen van nieuw beleid, lichte en niet-bruskerende bestuursmaatregelen de voorkeur verdienen boven ingrijpende, en de belangrijkste doelstellingen van het Handvest voor wat betreft de Limburgse situatie effectief gediend zijn met algemene, moreel-politieke erkenning;
  • dat erkenning onder Deel II de mogelijkheid onverlet laat om in een later stadium, mocht daaraan politieke behoefte bestaan, alsnog erkenning onder de termen van Deel III van het Handvest na te streven.

< vorige || inhoudsoverzicht || volgende >

Online geplaatst op de website leerssen.nl op 14 augustus 2019. Het advies dateert van 1996 en weerspiegelt de talige en culturele situatie van dat jaar. Er is geen poging gedaan om de tekst of de bronverwijzingen op de stand van latere jaren te brengen.